Regisseur Pascalle Bonnier filmde een schitterend portret van auteur, illustrator en vormgever Francine Oomen.
Zittend op de grond van haar woonkamer pakt Francine Oomen een voor een de boeken uit de serie die haar beroemd maakte: Hoe overleef ik mijn vakantie?, Hoe overleef ik met/zonder vrienden?, Hoe overleef ik een gebroken hart? Zo stapelt ze tientallen titels verder, tot de schrijver bijna schuilgaat achter de stapel. Een symbolisch beeld. Aan het eind van de documentaire Hoe overleef ik – Francine Oomen doorbreekt het zwijgen (NTR) kun je al die jeugdhulpboeken alleen nog maar zien als een lange bezwering van Oomens eigen vrees om niet te kunnen overleven.
Hoe overleef ik werd woensdag uitgezonden in de culturele documentairereeks Het uur van de wolf, waarin dit type schrijversportretten helaas steeds zeldzamer lijkt te worden. Regisseur Pascalle Bonnier volgde de auteur, illustrator en vormgever Oomen (1960) bij de totstandkoming van haar in november te verschijnen boek Hoe overleven we, een graphic novel over, horen we de schrijfster uitleggen aan haar uitgever, „intergenerationeel trauma”.
De kijker heeft Oomen dan al het begin van een persoonlijke brief horen voorlezen, een brief over misbruik waar zij vanaf haar dertiende het slachtoffer van werd: „Dit gaat een moeilijke brief voor jou zijn om te lezen en voor mij om te schrijven […] Ik durfde aan niemand te vertellen wat er in jullie echtelijk bed gebeurde. Welk verhaal vertelde je tegen jezelf? Ik wil niet meer horen: het was liefde.” Oomen vertelt dat haar moeder, door wie ze zich een leven lang verwaarloosd voelde, op dezelfde leeftijd seksueel werd misbruikt.
Toen ze tien was zag Oomen haar vader ’s nachts in zijn kamerjas onder de heg door kruipen. Toen hij eenmaal met de buurvrouw was getrouwd, trouwde Oomens moeder met de buurman en verhuisde ze naar een andere streek. Daar werd de dertienjarige Oomen kind aan huis bij een gezin waar mensen wel lief voor elkaar waren, maar waar ook „van alles gebeurde wat niet had mogen gebeuren”.
Meedogenloos in haar zelfanalyse
Het misbruik zweeft onophoudelijk boven Hoe overleef ik, maar de film is vooral een schitterend portret van een vrouw die op haar zestigste inventariseert hoe dat jeugdtrauma in haar leven heeft doorgewerkt. Zelf was ze ook een afwezige moeder, constateert ze. Over haar dochter zegt ze: „Lotte heeft haar vertrouwen in mij opgezegd.” (Dit is geen vrouw die zich op sentimentele formuleringen laat betrappen.) Haar zoon vertelt hoe hij zich elke dag na school stond op te winden over het feit dat zijn moeder nooit eens op tijd kon zijn.
„Bij het woord samen gaan allerlei alarmbellen bij mij rinkelen”, zegt Oomen. „Iets in mij gaat dan saboteren.” Ze is open en bij vlagen meedogenloos in haar zelfanalyse, maar als Bonnier voorzichtig informeert naar een recent verbroken relatie, zegt ze: „Je trekt wel heel erg stoute schoenen aan. Ik had gezegd dat ik er eigenlijk niet over wilde praten.”
Hoe overleef ik is met groot geduld gefilmd, wat nodig is want Oomen is altijd ergens mee doende: schrijven, knutselen, tekenen, weven, schoffelen, iets in de tuin in elkaar rammen, taart bakken – alsof de wereld tot stilstand komt als ze zich een minuutje ledigheid zou gunnen. Intussen zegt ze dingen waarvan ze de symbolische lading zelf ook wel begrijpt. Zo koopt ze op een gegeven moment twee schapen en twee lammeren, maar de dieren springen uit haar achterbak en rennen weg. „Ik zat net met ze te socializen”, zegt ze tegen de handelaar over de vlucht van het schapengezinnetje. „Die krijg je niet snel weer te pakken,” constateert de man.
Tegen het eind van de film heeft Oomen het over de relatie tussen trauma en geldingsdrang. „Nooit voldoet het kind, hoeveel aanzien het ook verwerft, want het is fake.” Hard benadrukt ze dat laatste woord, wat wonderlijk is, want zelden zag ik iemand op televisie die zo verschrikkelijk echt is.